Tussenruimte is de ruimte in een stad die niet onderdeel is van een bebouwde kern of centrum. Het vormt de verbindende schakel tussen wijken, buurten en gebieden. De tussenruimte heeft een divers karakter en herbergen uiteenlopende functies, zoals bedrijventerreinen, parken, groenstroken, infrastructuur (wegen en spoorlijnen), volkstuinen en andere marges van de stad. Wat deze gebieden verbindt, is de gelaagdheid van netwerken: een samenspel van harde infrastructuren (zoals wegen en sporen) en zachte, ecologische structuren (zoals groenblauwe netwerken). Voor de gemeente Rotterdam hebben wij onderzoek gedaan naar de tussenruimte in de stad en hoe deze in de toekomst kan worden gebruikt.
2025
ontwerpend onderzoek
Gemeente Rotterdam
×

Groenblauw netwerk en Landschapsbeleving
De tussenruimte functioneert als de contramal van de stad: een plek van rust, stilte en donkerte, in contrast met de intensieve stedelijke omgeving. Ook vanuit de fiets, trein of auto beleven bewoners en reizigers deze gebieden dagelijks, en vaak onbewust, als schakels tussen stad en buitengebied. Daarom zijn goede verbindingen, heldere inrichting en beheer van belang. Tegelijkertijd is het ook een gebied waar de ‘verrommeling’ van het landschap zichtbaar wordt en waar de kwaliteit onder druk staat.
Naast gebruikswaarde bieden deze gebieden belangrijke ecodiensten: ze leveren koelte, waterbuffering, schone lucht en ruimte voor biodiversiteit. Denk aan parken, tuinen, bermen, waterlopen en zelfs begraafplaatsen. Samen vormen zij een mozaïek van ‘50 shades of green’ dat vraagt om verbinding en een robuuste landschappelijke aanpak.
Naast gebruikswaarde bieden deze gebieden belangrijke ecodiensten: ze leveren koelte, waterbuffering, schone lucht en ruimte voor biodiversiteit. Denk aan parken, tuinen, bermen, waterlopen en zelfs begraafplaatsen. Samen vormen zij een mozaïek van ‘50 shades of green’ dat vraagt om verbinding en een robuuste landschappelijke aanpak.


"De toekomstige ruimtebehoefte is groot maar de ‘beschikbare’ ruimte is beperkt en sterk versnipperd. De ruimte dié er nog is kan vaak beter benut worden voor het versterken van de groenblauwe hoofdstructuur."
Ruimteclaims
De ruimte heeft geen eenduidige bestemming en wordt daardoor vanuit uiteenlopende sectoren geclaimd: voor bedrijventerreinen, sportvoorzieningen, recreatie, woningbouw, wateropvang, energie-infrastructuur, en circulaire hubs zoals grondstoffenstations. Het gevolg is een versnipperd ruimtegebruik zonder helder toetsingskader of langetermijnvisie.
Tegelijkertijd gebeurt er al veel in deze gebieden: projecten en ontwikkelingen volgen elkaar op, terwijl de beschikbare ruimte steeds schaarser en gefragmenteerder wordt. Juist daarom is het noodzakelijk om afscheid te nemen van het beeld van de tussenruimte als een identiteitloze restzone. Het is belangrijk om zuinig te zijn op deze bijzondere aaneengesloten ruimte, want eenmaal bebouwde ruimte wordt zelden nog onbebouwde ruimte.
Wij stellen voor om de tussenruimte voortaan te benoemen als de groenblauwe hoofdstructuur van de stad: een samenhangend netwerk dat zorgt voor, schone lucht, verkoeling, biodiversiteit én ruimte om te sporten, wandelen, tuinieren of simpelweg even op adem te komen. Het gebied is te waardevol om te laten vollopen met een vergaarbak aan functies.
Toekomstige ruimteclaims en ontwikkelingen zouden dan ook vanuit dit perspectief moeten worden beoordeeld: draagt een ingreep bij aan de versterking van het groenblauwe netwerk en haar ecologische, sociale en ruimtelijke waarden?
Tegelijkertijd gebeurt er al veel in deze gebieden: projecten en ontwikkelingen volgen elkaar op, terwijl de beschikbare ruimte steeds schaarser en gefragmenteerder wordt. Juist daarom is het noodzakelijk om afscheid te nemen van het beeld van de tussenruimte als een identiteitloze restzone. Het is belangrijk om zuinig te zijn op deze bijzondere aaneengesloten ruimte, want eenmaal bebouwde ruimte wordt zelden nog onbebouwde ruimte.
Wij stellen voor om de tussenruimte voortaan te benoemen als de groenblauwe hoofdstructuur van de stad: een samenhangend netwerk dat zorgt voor, schone lucht, verkoeling, biodiversiteit én ruimte om te sporten, wandelen, tuinieren of simpelweg even op adem te komen. Het gebied is te waardevol om te laten vollopen met een vergaarbak aan functies.
Toekomstige ruimteclaims en ontwikkelingen zouden dan ook vanuit dit perspectief moeten worden beoordeeld: draagt een ingreep bij aan de versterking van het groenblauwe netwerk en haar ecologische, sociale en ruimtelijke waarden?



"Eenmaal bebouwde ruimte wordt zelden nog onbebouwde ruimte."

Groenblauwe hoofdstructuur
Deze structuur is geen eenvormige zone, maar juist een gelaagd landschap van deelgebieden, zoals ecologisch waardevolle zones en waterbergingen, recreatief groen, historische linten, groene stadsranden en groene gebieden langs infrastructurele lijnen. Elk gebied heeft zijn eigen karakter, maar samen vormen ze de groene ruggengraat van de stad.
Tegelijkertijd blijft deze ruimte ook belangrijk voor bereikbaarheid en infrastructuur. Maar om de waarde van het landschap niet verder te ondergraven, stellen we voor om functies die niet bijdragen aan het groene of zachte netwerk, zoals gronddepots, opslagterreinen of bedrijvigheid, te verplaatsen naar de bebouwde kernen, nieuwe ontwikkellocaties of bestaande bedrijventerreinen beter in te richten.
De uitdaging én kans zit in meervoudig ruimtegebruik. Denk aan ondergrondse infrastructuur gecombineerd met natuurontwikkeling. Of een recreatiegebied dat ook water bergt en bijdraagt aan biodiversiteit. Door functies slim te combineren en in te zetten op de groene kwaliteit, kunnen we de tussenruimte omvormen van een “restruimte” naar een krachtige en veelzijdige groenblauwe hoofdstructuur voor de stad maken.
Tegelijkertijd blijft deze ruimte ook belangrijk voor bereikbaarheid en infrastructuur. Maar om de waarde van het landschap niet verder te ondergraven, stellen we voor om functies die niet bijdragen aan het groene of zachte netwerk, zoals gronddepots, opslagterreinen of bedrijvigheid, te verplaatsen naar de bebouwde kernen, nieuwe ontwikkellocaties of bestaande bedrijventerreinen beter in te richten.
De uitdaging én kans zit in meervoudig ruimtegebruik. Denk aan ondergrondse infrastructuur gecombineerd met natuurontwikkeling. Of een recreatiegebied dat ook water bergt en bijdraagt aan biodiversiteit. Door functies slim te combineren en in te zetten op de groene kwaliteit, kunnen we de tussenruimte omvormen van een “restruimte” naar een krachtige en veelzijdige groenblauwe hoofdstructuur voor de stad maken.
